TAALTIP – Waar komt spiegelei vandaan?
Wanneer je gaat lunchen zie je op de menukaart vaak de gerechten omelet en uitsmijter staan. Op zo’n moment raak ik altijd in verwarring. Wat is het één en wat is het ander ook al alweer? En hoe goed ik elke keer oplet; een volgende keer weet ik het wederom niet. Daarom nu even hier zwart op wit; om niet meer te vergeten. Of gewoon om bij hoge nood op te zoeken. Bij een omelet worden de eieren licht geklutst en er kan soms ook wat melk bijgedaan worden. Daarna wordt het geklutste geheel in de koekenpan gebakken. Dat is één.
Nummer twee is de uitsmijter en deze bestaat uit minimaal twee spiegeleieren, lees ik als ik het opzoek. Wederom een nieuwe eierterm voor mijn brein… Een spiegelei is ‘een gebakken ei waarbij de dooier heel blijft bij het bakken’. Duidelijk! Die onthoud ik, maar waar komt de term spiegelei vandaan? Op de website van het Instituut van de Nederlandse Taal lees ik dat het woord spiegelei zijn oorsprong in het Frans vindt. Het is een Nederlandse vertaling van oeuf (au) miroir. Daar staat dat het ei die naam waarschijnlijk heeft gekregen omdat de hele, meestal glimmende dooier reflecteert, net zoals een spiegel dat doet. Grappig om de oorsprong van woorden te ontdekken…