Blog – Dansen tot je erbij neervalt

Ik ben laatst naar ADE geweest. ADE? Ik zie je denken. ADE staat voor Amsterdam Dance Event, het grootste clubfestival ter wereld in ons eigen Amsterdam. Vijf dagen lang staat de stad in het teken van ‘dance’. Iedere dag worden er tientallen feesten en festivals georganiseerd door de hele stad waar de dj’s vooral house of techno draaien. Er komen die dagen zo’n 350.000 mensen op af om heerlijk te dansen. En ik was daar dus één van!

Vette lichtshows

Manlief en ik gingen met vrienden mee en lieten ons op zaterdag in de Amsterdamse haven onderdompelen in het muziekgeweld en het festivalgewoel van Dockyard en Mystic Garden. Dochterlief was ons op woensdag op een ander feestje voorgegaan en had ons voorzien van verschillende filmpjes met hele vette lichtshows en uiteraard opzwepende muziek. We hadden er dus helemaal zin in. Natuurlijk hadden we ons festivaloutfit aangedaan zodat we niet te veel uit de toon zouden vallen.

Om lekker tijdens het dansen een biertje te drinken, gingen we met het openbaar vervoer naar ‘the place to be’. Een hele tour. Met de fiets naar het station, daarna de trein naar Amsterdam en vervolgens in een speciale bus naar het festivalterrein. Allemaal prima geregeld hoor. Door corona begon het feestje al in de ochtend en kon het maar tot middernacht uur duren. En zodoende kwamen wij in de middag op het festivalterrein aan. 

Superrelaxed

En we keken onze ogen uit. Wat een heerlijke drukte. Dat laatste waren we door corona eigenlijk niet meer gewend. En wat een goede sfeer. Het was allemaal superrelaxed. Je zag echt allerlei soorten mensen en van jong tot oud. Wij vielen door onze leeftijd niet eens zo erg op. Er waren veel meer festivalgangers van onze leeftijd. We zagen outfits van superfestivalachtig tot heel gewoon. Alles kan daar en er is ook niemand die je aanstaart. 

Om half drie in de middag dronken we ons eerste biertje en dansten we bij de eerste dj die we tegenkwamen. Dat voelde goed. Dat hebben we nog de rest van de middag en avond bij verschillende dj’s gedaan. En tussendoor hebben we heerlijk in het zonnetje gesnackt bij de foodtrucks. Toen de schemering begon in te zetten, gingen de lampjes aan en veranderde het festivalterrein in een sprookjeswereld. Wat een heerlijke relaxte sfeer voelde je om je heen.

Helemaal kapot

We dansten tot we erbij neervielen. En dat vielen we echt op een gegeven moment. We waren he-le-ma-al kapot en dan was nog niet eens het einde van de avond. En te bedenken dat we hele tour naar huis nog moesten gaan maken. We dronken ons laatste biertje en sloten af met een kop koffie. Om ons heen werd uiteraard flink doorgefeest. Voor ons was het wel even goed zo. 

Thuis aangekomen deden we onze voetjes omhoog. Moe, maar zeer voldaan keken we terug op onze eerste ADE-ervaring. Toen dochterlief in onze familie-app vroeg hoe we het hadden in Amsterdam en of we nog leefden, appte zoonlief terug dat we al thuis waren. Daar begreep onze twintiger natuurlijk helemaal niks van. Wij gelukkig wel. Volgend jaar gaan we zeker weer. We hebben absoluut de smaak te pakken, maar misschien moeten we van tevoren wel eerst even flink in training.

Lees ook een andere blog over wat er mijn leven gebeurt: Het is gebeurd, ik ben 50!

TAALTIP – Waar komt ‘zo gek als een deur’ vandaan?

zo gek als een deur
Taaltip – Waar komt ‘zo gek als een deur’ vandaan?

Soms, heel soms, verklaar je iemand voor gek of zelfs voor knettergek. En dan zeg je tegen die persoon: ‘Jij bent echt zo gek als een deur!’ Toch wel een beetje vreemd, je zegt dat iemand knettergek is en dan heb je het over een deur. Waarom is dat zo, vraag je je af.

Het Genootschap Onze Taal biedt hierin uitkomst. Het woord deur in deze uitdrukking is een oud woord voor ‘nar’ of ‘zot’.  In het Duits noemen ze een dwaas zelfs  ‘der Tor’. Dat lijkt als je uitspreekt best op deur. Het heeft dus niet zo veel te maken met een deur die open en dicht kan. De deur die open en dicht kan, is verwant met het Gotische ‘dauro’.

In het Middelnederlands had ‘deur’ twee betekenissen: deur en dwaas. In de huidige tijd kennen we het woord deur alleen maar als deur en niet meer als dwaas, maar de uitdrukking bestaat dus nog steeds.  Alleen kennen we de betekenis er niet meer van. Nu weet je echter waarom je het zegt als je iemand voor ‘zo gek als een deur’ verklaart!

BOEKENTIP – Mijn moeder/vader zei altijd

Mijn moeder/vader zei altijd
BOEKENTIP – Mijn moeder/vader zei altijd

Het gaat in deze boekentip niet om één boek maar om twee boeken uit dezelfde serie geschreven door Jaap Toorenaar. De boekjes kwamen tot stand in samenwerking met het maandblad Onze Taal. Na de oproep ‘Wat zeiden uw ouders altijd’ in dat blad en heel veel media-aandacht stroomt de mailbox van Toorenaar vol. Hij brengt als eerste ‘Mijn moeder zei altijd’ uit. Twee jaar later wordt de opvolger ‘Mijn vader zei altijd’ uitgebracht. In beide boekjes staan uitspraken van vaders, moeders, opa’s en oma’s. Het is een waar feestje om de in categorieën verdeelde uitspraken door te lezen en ook soms zelfs te herkennen. En het mooie is dat er vaak uitleg bij gegeven wordt en dat is af en toe ook wel nodig.

Op bladzijde 73 van ‘Mijn moeder zei altijd’ staat een uitspraak die bij ons thuis ook regelmatig voorbij kwam, namelijk: “Achterom is het kermis.” In het boekje staat de uitleg dat men als kind niet via de voordeur naar binnen mocht, maar gewoon even moest omlopen en dus via de achterdeur. Ook bij ons was dat aan de orde. Grappig om te lezen dat er nog meer mensen zijn die de uitspraak gebruiken. En ik ga ‘m nu zelf ook inzetten als een van mijn kinderen weer eens geen zin heeft om achterom te lopen.

Een andere uitspraak die ik herken staat op bladzijde 80 van dat zelfde boekje. Mijn opa, en later ook mijn moeder, zei altijd als je er een mes in het spel was: “Kijk uit, snij niet in je rug.” In het boekje is de uitspraak ook van een opa die waarschuwt bij het gebruik van een mes. Stiekem verdenk ik mijn familie ervan dat ze onze familie-uitspraken hebben opgestuurd naar de schrijver, want hoe is het mogelijk dat deze uitspraken ook door andere mensen worden gedaan. Het zijn absoluut leuke boekjes om door te spitten om zo te kijken welke uitspraken je herkent en om de humor in de uitspraken te zien. Zo lees ik bijvoorbeeld in ‘Mijn vader zei altijd’ de uitspraak van iemand die naar bed gaat: “Ik ga waterpas.”

Mijn moeder/vader zei altijd
Afbeeldingen van boeken Mijn vader zei altijd of Mijn moeder zei altijd

TAALTIP – Waar komt ‘snipverkouden’ vandaan?

TAALTIP – Waar komt ‘snipverkouden’ vandaan?
TAALTIP – Waar komt de uitdrukking ‘snipverkouden’ vandaan?

Winter en kou gaan vaak hand-in-hand met griep en verkoudheid. Beide ongemakkelijkheden zijn in de winter zo opgelopen. Bij mensen met een flinke verkoudheid loopt, of beter gezegd, druppelt het water dan letterlijk uit de neus. In de winterse dagen hoor je dan vaak genoeg zeggen: “Ik ben snipverkouden.” Als ik dit hoor, gaan mijn gedachten direct alle kanten uit. Snipverkouden, waar komt deze uitdrukking eigenlijk vandaan?

Hoe leg ik uit aan mensen die uit een ander land afkomstig zijn en niet opgegroeid zijn met de uitdrukkingen van de Nederlandse taal waar dit vandaan komt. Ik moet eerlijk zeggen dat het voor mij heel duidelijk is wat ‘snipverkouden’ betekent, maar waarom we het zo zeggen weet ik eigenlijk ook niet. Het Instituut voor de Nederlandse taal biedt hierin uitkomst. Volgens dit instituut werd de uitdrukking ‘snipverkouden’ voor het eerst 100 jaar geleden aangetroffen. Zij geven aan dat het te maken heeft met een vogeltje genaamd snip. Er zijn verschillende snippen bekend zoals de houtsnip, de watersnip en de poelsnip. Vogels met een lange dunne snavel. De snip behoort samen met de kievit en de grutto tot groep steltlopers omdat zij ook nog eens lange poten hebben.

We hebben het dus over een vogel met een lange dunne snavel en lange poten. En nu komt het hoor, want de waarschijnlijkste verklaring voor ‘snipverkouden’ is dat het te maken heeft met de druppels of het waterige modder dat de snip aan zijn snavel heeft hangen bij het zoeken naar voedsel. Het lijkt erop alsof het snot uit zijn ‘neus’ loopt en alsof hij erg verkouden is, snipverkouden dus! Altijd handig om te weten als je weer eens je neus moet snuiten omdat je snipverkouden bent.

TAALTIP – Waar komt spiegelei vandaan?

TAALTIP – Waar komt spiegelei vandaan?
TAALTIP – Waar komt spiegelei vandaan?

Wanneer je gaat lunchen zie je op de menukaart vaak de gerechten omelet en uitsmijter staan. Op zo’n moment raak ik altijd in verwarring. Wat is het één en wat is het ander ook al alweer? En hoe goed ik elke keer oplet; een volgende keer weet ik het wederom niet. Daarom nu even hier zwart op wit; om niet meer te vergeten. Of gewoon om bij hoge nood op te zoeken. Bij een omelet worden de eieren licht geklutst en er kan soms ook wat melk bijgedaan worden. Daarna wordt het geklutste geheel in de koekenpan gebakken. Dat is één.

Nummer twee is de uitsmijter en deze bestaat uit minimaal twee spiegeleieren, lees ik als ik het opzoek. Wederom een nieuwe eierterm voor mijn brein… Een spiegelei is ‘een gebakken ei waarbij de dooier heel blijft bij het bakken’. Duidelijk! Die onthoud ik, maar waar komt de term spiegelei vandaan? Op de website van het Instituut van de Nederlandse Taal lees ik dat het woord spiegelei zijn oorsprong in het Frans vindt. Het is een Nederlandse vertaling van oeuf (au) miroir. Daar staat dat het ei die naam waarschijnlijk heeft gekregen omdat de hele, meestal glimmende dooier reflecteert, net zoals een spiegel dat doet. Grappig om de oorsprong van woorden te ontdekken…

BOEKENTIP – Schrijven kreng!

BOEKENTIP – Schrijven kreng!
BOEKENTIP – Schrijven kreng!

Het boek ‘Schrijven kreng’ van Lisette Jonkman is een grappig boek om te lezen als je van schrijven houdt en eigenlijk wel een boek zou willen schrijven. De titel van dit boek alleen al is geweldig! Het boek geeft je net dat zetje om te gaan beginnen aan het boek dat je in je hoofd al een paar honderd keer geschreven hebt. Daarnaast staan er allerlei tips in die handig zijn voor schrijvers. Zoals ‘Stop de stopwoordjes’. Volgens schrijfster Lisette Jonkman heeft iedereen stopwoordjes en zo hebben schrijvers dat ook. Let daar op bij het schrijven! Laat anderen die je boek meelezen daar ook op letten, want zelf zie je het niet altijd meer.

Favoriete stopwoordjes van Nederlandse schrijvers zijn bijvoorbeeld: dus, echt, een beetje, vervolgens, toen, vaak en leuk. Lisette Jonkman is schrijfster van Glazuur, Verkikkerd en Verslingerd. Dat zijn boeken uit het genre chicklit. Dit genre is de afkorting van het Engelse chick literature. Chick betekent ‘griet’ en je kunt het dus zien als eigentijdse romantische fictielectuur door en voor jonge vrouwen.