Een van de dingen die ik ter ontspanning doe, is motorrijden. Dat vind ik heerlijk om te doen na een hele week werken voor mijn klanten en mijn eigen onderneming. De wind, de vrijheid en het stoere gevoel zorgen bij mij voor die ontspanning. Samen met mijn man maak ik regelmatig toertochten. Lekker van de snelweg af over polderweggetjes of dijkweggetjes rijden. Over het algemeen gaat dat goed en gebeuren er geen gekke dingen, maar op mijn laatste rit heb ik toch wel een flinke deuk in mijn ego opgelopen.
Geen zandbak, maar grindbak
We kiezen er deze rit voor om twee dagen naar België en Limburg te gaan. Het glooiende landschap en de smalle weggetjes in België en rond Maastricht geven mij het ultieme vrijheidsgevoel. Aan het einde van de middag op onze tweede dag komen we voor een wegopbreking te staan. Nou ja, te staan, dat is niet helemaal waar. We hebben de omleidingsborden bewust genegeerd, omdat je als motorrijder vaak wél door kan rijden. En een beetje zandbak moet kunnen, denken we dan.
Alleen is het deze keer meer een grindbak dan een zandbak. En zand rijdt prettiger dan grind. Aan de linkerkant van de weg is de stoep nog intact en dus spreken we af om daar overheen te rijden. Mijn liefhebbende echtgenoot gaat voorop. Halverwege deze stoep rijdt hij echter van die stoep af zo het grind in. En ik? Ik ben niet zo van het grind. Dus ik denk: ik blijf gewoon op die stoep rijden, wat jij doet, moet jij weten, maar ik rij door op de stoep. En dat heb ik geweten.
Uitstekende koffer
Er staat namelijk een paaltje aan de kant op de stoep. In alle rust daar voorbij moet kunnen, denk ik. Alleen ben ik even vergeten dat mijn koffers op mijn motor zitten. En zo’n koffer steekt dan best een beetje uit. Dus op het moment dat ik met de achterkant van mijn motor langs het paaltje rij, voel ik een tik. En bijna op datzelfde moment helt mijn motor over richting de grindbak. Een BMW van 225 kilo houd je dan niet meer recht kan ik je verzekeren. Daar ga ik dus. Ik kan er nog net aan afspringen, maar mijn motor ligt te brommen op zijn kant.
Ik zet snel mijn motor uit en kijk om mij heen. Zo’n motor til je namelijk niet even in je eentje op. Mijn man heeft inmiddels ook in de gaten dat ik de grindbak probeer te ontwijken om er vervolgens toch in terecht te komen. Hij komt gelijk aangerend. Aan de overkant van de weg staat een andere motorrijder. Hij komt net zijn oprit af om vervolgens via de grindbak zijn straat uit te rijden. En dat is het mooie aan motorrijders, zij helpen elkaar. Hij stapt af en met zijn drieën zetten we de motor weer rechtop.
Ervaring rijker!
Er blijkt gelukkig verder weinig schade aan mijn motor te zijn. Alleen het laatste stukje van mijn remhendel is afgebroken. Ook ikzelf heb verder niets, behalve dan een flinke deuk in mijn ego. Dat wel, want wat voel je je stom als je zo langzaam omvalt en het dus niet meer tegen kunt houden. Achteraf gezien had ik een andere keuze moeten maken, maar dat is natuurlijk makkelijk achteraf te bedenken. We starten onze motoren weer en vervolgen onze weg naar huis. Weer een ervaring rijker!
Lees ook een andere blog van mij over motorrijden: Te mooi om waar te zijn!